De eerste kerk op deze plek was een kleinere, romaanse voorganger die aan het eind van de 12e eeuw werd gebouwd. In die tijd heette de kerk echter "Maria in palude" (Maria in het moeras).
De eerste steen voor de huidige parochiekerk St. Maria zur Wiese, ook bekend als de "Wiesenkirche ", ongetwijfeld een van de mooiste hooggotische hallenkerken in Duitsland, werd gelegd in 1313. Een inscriptie noemt Johannes Schendeler als de eerste bouwmeester. Meester Porphyrius bracht de bouw van de kerk in 1529/30 tot een voorlopig einde. De torens werden echter pas tussen 1846 en 1876 gebouwd en het gebouw werd in 1882 voltooid. Helaas bleek de gebruikte groene zandsteen uit Soest niet geschikt. In 1987 moest worden begonnen met een grootschalig renovatieprogramma in de vorm van het volledig vernieuwen van de buitenhuid van de torenschachten.
De noodzakelijke steigers zullen het aanzicht van de kerk waarschijnlijk nog jaren blijven kenmerken. Het schip van de driebeukige hallenkerk, die typerend is voor Westfalen, is even breed, even lang en even hoog. De lichtheid van de constructie wordt benadrukt door het lichtdoorstroomde interieur van de kerk.
De ramen van het koor bevatten de belangrijkste gebrandschilderde ramen van de 14e eeuw in Westfalen. De Wiesenkirche is ook beroemd vanwege het "Westfaalse Laatste Avondmaal", dat rond 1500 werd gemaakt. Dit raam stelt Jezus en zijn discipelen voor tijdens het Laatste Avondmaal met bier, Westfaalse ham, schnaps, varkenskop en pompernikkel. In het interieur van de kerk is een schat aan andere schatten te zien.
©