De huizen van middeleeuwse ambachtslieden waren niet van dezelfde kwaliteit als de huizen van handelaren, kooplieden en patriciërs. Daarom moesten de huizen van de plaatselijke leerlooiers in de 17e en 18e eeuw volledig worden vervangen door de vakwerkhuizen die tot op de dag van vandaag bewaard zijn gebleven.
De constructie van vakwerkhuizen had sinds de middeleeuwen een grote ontwikkeling doorgemaakt. Er werd nu veel slanker timmerhout gebruikt, decoratief houtsnijwerk werd niet meer gebruikt en het uitkragen van de afzonderlijke verdiepingen behoorde ook tot het verleden. Over de betekenis en het doel van deze overstekken doen veel verhalen de ronde. De enige zekerheid is dat er waarschijnlijk verschillende redenen waren voor dit ontwerp:
1. Een uitkraging van ongeveer 1,5 keer de hoogte van de plafondbalken ontlast ze statisch.
2. Een uitkraging betekent ook meer ruimte zonder extra vloeroppervlak in beslag te nemen.
3. Net als de dakoverstekken bieden de uitkragingen bescherming tegen weersinvloeden voor de verdiepingen eronder. Chemische houtbescherming bestond nog niet, dus moest men vertrouwen op zogenaamde constructieve houtbescherming.
4. Last but not least werden de overstekken ook gebruikt om zuiver ontwerptechnische redenen. De bestaande verticale houtskeletstructuur werd onderbroken en de huizen leken niet langer zo overdreven hoog.
Het materiaal voor de invulling werd ook veranderd. Na eerdere invullingen met gevlochten hout en stroklei werden nu steeds vaker bakstenen en metselbakstenen gebruikt.
The map has been deactivated due to your privacy settings, click on the fingerprint symbol at the bottom left and activate Google Maps to use the map.